In 1977 nam Renault voor het eerst deel aan de Formule 1 met de RS01, de eerste F1 wagen met een turbo. Aan het stuur een Fransman, Jean Pierre Jabouille. Het zou tot het seizoen van 1979 duren voordat de eerste overwinning door Jabouille voor de Franse renstal binnen gehaald werd. In 1986 staakte Renault de deelname aan de Formule 1 als constructeur om in 1989 als motorenleverancier bij Williams de herintrede in de koningsklasse te maken.
In 2002 kwam de naam Renault weer terug als constructeur toen het team van Benetton overgenomen werd door de Fransen. In 2003 wist de Spaanse coureur Fernando Alonso er een wedstrijd mee te winnen en daarmee toen de jonste coureur ooit die een wedstrijd won. Alonso ging verder in 2005 en 2006 met het wereldkampioenschap voor de constructeurs met de Renault, hun eerste in de geschiedenis.
Daarna ging het bergafwaarts met het team van Renault, Spionage en Crashgate zette Flavio Briatore op een zijspoor en als gevolg van de schandalen trok ING zich als sponsor terug. In 2009 werd het team gekocht door een investeerder die er in 2010 de naam Lotus aan gaf.
In 2015 komt het team wederom in handen van Renault die er in het seizoen 2016 weer onder de eigen naam mee gaat race. Kevin Magnussen en Jolyon Palmer zijn de coureurs. In 2017 wordt Magnussen geruild met Nico Hülkenberg en Palmer later door Sainz Jr.
In 2018 wordt bekend gemaakt dat Daniel Ricciardo zijn contract bij Red Bull niet verlengt en voor het team komt rijden, een schok die weinigen van te voren aan zagen komen. De aan Renault uitgeleende Sainz Jr moet daarmee weer op zoek naar een stoeltje.