Aan het einde van de jaren 70 kwam Renault met de RS.01 Turbo. De wagen werd aangedreven door een kleine 6 cilinder Turbomotor die enorme hoeveelheden PK's ontwikkelde. Nadeel van de turbomotor waren de enorme kosten die de ontwikkelingen met zich mee brachten, deze kosten waren alleen op te brengen door grote corporaties en zagen daarmee ook meteen de kleine teams die in de jaren 70 nog konden rijden met de klantenmotor van Ford verdwijnen.
Grote bedrijven konden de turbo wel betalen, merken als Renault, BMW, Porsche, Honda en Ferrari maakten allemaal winnende turbomotoren. En hoewel Ford nog wel met een turboversie van de Cosworth DFV kwam, was dit geen succes. Behalve de turbo kwam er nog een revolutionaire ontwikkeling, McLaren maakte met hun MP4-1 een carbon body, de trendt werd al snel overgenomen door de andere teams en de alluminium chassis verdween. Echter ook die technieken waren schreeuwend duur, dus grote teams hadden grote sponsoren nodig om dit allemaal te kunnen betalen.
In 1983 was de Brabham BMW BT52 van Nelson Piquet de krachtigste met een turbo aangedreven wagen, met vier cilinders en 2 turbo's werd 1400 pk ontwikkeld, genoeg voor de wereldtitel.
1980 | Alan Jones | Williams | Ford | Goodyear | |
1981 | Nelson Piquet sr. | Brabham | Ford | Michelin/Goodyear | |
1982 | Keke Rosberg | Williams | Ford | Goodyear | |
1983 | Nelson Piquet sr. | Brabham | BMW | Michelin | |
1984 | Niki Lauda | McLaren | TAG | Michelin | |
1985 | Alain Prost | McLaren | TAG | Goodyear | |
1986 | Alain Prost | McLaren | TAG | Goodyear | |
1987 | Nelson Piquet sr. | Williams | Honda | Goodyear | |
1988 | Ayrton Senna | McLaren | Honda | Goodyear | |
1989 | Alain Prost | McLaren | Honda | Goodyear |
1 - 60 van 211 resultaten |
|